Motorische ontwikkeling
Bij het aanleren van een zwemslag zijn er verschillende dingen van belang. Eén onderdeel is de motorische ontwikkeling van het kind. Een groot deel van de motoriek wordt ontwikkeld tijdens onze vroege jeugd. Denk hierbij maar aan de eerste lach van een kind, het omrollen, leren kruipen en later leren lopen.
Elke stap in de motorische ontwikkeling is belangrijk. Het overslaan van bepaalde ontwikkelingen kan er later voor zorgen dat bepaalde bewegingen moeilijker aan kunnen worden geleerd.
Zo is het denk ik bij de meeste van ons wel bekend, dat als een kind nooit heeft gekropen, hij tijdens de zwemlessen moeite heeft met het aanleren van de combinatie.
Kruipen heeft namelijk behalve als doel voor een kind om zich voort te bewegen ook een functie in het samenwerken van de hersenhelften.
De eerste lach van een kind is vaak een reflex, maar naarmate een kind ouder wordt, gaat hij steeds meer spiergroepen beheersen en daardoor bepaalde bewegingen ontwikkelen. Waar bij een peuter sommige bewegingen nog grof zijn, is dit bij een zes of zeven jarige alweer een stuk verfijnder.
Voor wat betreft het aanleren van een zwemslag, zal dit voor de meeste zes of zeven jarige makkelijker gaan dan bij een peuter of jonge kleuter. Met watervrij maken kan men echter niet vroeg genoeg beginnen.
Hoe vrijer en veiliger een kind zich voelt in het water, hoe makkelijker het voor ons als zwemonderwijzers is om lekker aan de slag te gaan met de verschillende zwemslagen.